Verbieden

Verbieden is de keerzijde van aanmoedigen. Ook een verbod is regelmatig nodig als je kind iets gevaarlijks wil uithalen, lastig is, andere kinderen plaagt, dingen kapot maakt of gewoon zit te klieren.

Nee zeggen

Verbieden begint met meteen reageren en duidelijk ‘nee’ zeggen. Leg ook uit waarom het niet mag. Wees vooral heel consequent: nee is nee, en ja is ja. Denk goed na over wat je belangrijk genoeg vindt om te verbieden. Je wilt tenslotte niet de hele dag ‘nee’ lopen roepen.

Regels

Een kind moet de regels natuurlijk eerst kennen om te weten wat verboden is. Die kun je daarom het best vooraf duidelijk bespreken. Verbied niet alleen, maar zeg juist wat je wél van je kind wilt. Voor ons is dat duidelijk, voor een kind vaak niet.

Doen wat niet mag

Waarschuw je kind als het de regels overtreedt, maar besteed er verder niet veel aandacht aan. Sommige kinderen vinden negatieve aandacht beter dan geen aandacht. Als je dan wel aandacht aan het ongewenste gedrag geeft, kan je kind het juist herhalen. Een voorbeeld: ‘Ik mag niet boven op de bank springen, maar mama kijkt steeds… Even zien wat er gebeurt als ik weer ga springen…’ Als je kind op deze manier je boze reactie probeert uit te lokken, is het soms verstandiger om het gedrag te negeren.

Kortom, verbieden doe je zo

  • Reageer meteen.
  • Zeg duidelijk nee of welk gedrag je niet goed vindt.
  • Leg uit waarom het niet mag.
  • Wees overtuigend en houd vol: nee is echt nee.
  • Geef een alternatief.

Heb je een vraag?